Nieuwsbrief

     


Blog Categorieen


Gepubliceerd op 9 februari 2011 14:09 door Peter

De temperatuur van het zeewater is niet alleen van invloed op de vissoorten die je onder water tegenkomt, maar ook op je uitrusting. In tropische wateren heb je uiteraard wat minder temperatuursbescherming nodig dan bij een duik in, pakweg, Noorwegen. Een blik op de gemiddelde watertemperatuur kan je een idee geven van wat je kan verwachten onder water, maar ook van de uitrusting die je nodig zult hebben.


Zeewatertemperatuur wereldwijd, klik voor een vergroting

Wetsuit

In warm water (25 tot 30 graden Celcius) kun je, als je tenminste voor de bescherming en het drijfvermogen een wetsuit wilt dragen, het beste kiezen voor een dikte tussen 0,5 en 3 millimeter. Deze temperaturen vind je echter eigenlijk alleen tijdens de zomer in de tropische gebieden, in de Rode Zee, of in de Caribbean. Een aantal meter onder water is de temperatuur ook al snel een paar graden lager dan aan de oppervlakte.

Bij water van een gemiddelde temperatuur van 20 tot 25 graden kun je beter kiezen voor een iets dikkere wetsuit, van 4 tot 6 millimeter. Dit biedt net wat meer warmte en bescherming, bijvoorbeeld tijdens een zomerse duik in de Middellandse zee.

In water dat kouder is dan 20 graden (bijvoorbeeld Noordzee of IJsselmeer) kun je kiezen voor een 6,5 of 7 millimeter wetsuit, of voor een droogpak.

Uiteraard is de ideale wetsuitdikte afhankelijk van je persoonlijke voorkeur. Heb je het snel koud, of maak je meerdere of langere duik? Neem dan een dikker pak, of trek onder je wetsuit nog een hesje aan. Heb je het juist niet snel koud? Neem dan een pak dat iets dunner is.

Onderwaterwereld

Over het algemeen geldt: hoe warmer het water, hoe beter het zicht, en hoe meer beweging en kleur onder water. Koraal groeit het beste bij hogere temperaturen (minimaal 20 graden), en koraal biedt weer bescherming aan diverse vissoorten. Ook werken riffen en koraal zuiverend, wat het zicht onder water aanzienlijk verbetert.

Dat het zicht in kouder water minder goed is, heeft voornamelijk te maken met de lichtinval van de zon. Hoe rechter de invalshoek, hoe beter (de lichtstralen worden dan minder gebroken door het water oppervlak), wat deels verklaart waarom het zicht rond de evenaar vaak beter is.

Een andere reden hiervoor is de aanwezigheid van zichtvertroebelende plankton en algen. Deze gedijen het beste rond bepaalde temperaturen. Daarnaast bewegen deze organismen, net als zand, langzamer in koud water, dat een hogere dichtheid heeft. Ook dit heeft een negatieve invloed op het zicht.

Doordat het zicht in tropische gebieden beter is, zijn hier de kleuren van de vissoorten ook feller. Hier moeten zij zich immers onderscheiden van anderen om op te vallen, of juist om af te schrikken.